De symbolen die je gebruikt om de vakjes van de communicatiekaart te vullen,
worden geselecteerd uit een aantal symbolensets. Je kan deze symbolensets aanvullen met
je eigen symbolen, foto’s, afbeeldingen of tekeningen.
Kies Bewerken > Mode bewerken (F2).
Bewerk het vakje (F5).
Kies in de vervolgkeuzelijst naast de symbolenset die je wil gebruiken.
Kies in de volgende vervolgkeuzelijst de categorie, om zo sneller te kunnen
filteren.
Locatie, medisch, natuur, ...
Gebruik eventueel in de volgende vervolgkeuzelijst één van de zoekcriteria om sneller
het gewenste symbool te vinden:
Begint met:, alle symbolen worden weergegeven waarvan de naam begint met de letters die je hebt
ingevoerd
Bevat:, alle
symbolen worden weergegeven waarvan de naam de letters bevat die je hebt
ingevoerd
Eindigt op:, alle symbolen worden weergegeven waarvan de naam eindigt op de letters die je hebt
ingevoerd