-
Geef de werkbalk Grote knoppen weer. Zie De werkbalk Grote knoppen weergeven.
-
Rechtsklik op een lege plaats op de werkbalk.
Het dialoogvenster Werkbalk aanpassen verschijnt.
-
Selecteer in de lijst Beschikbare
werkbalkknoppen een knop of een scheidingsruimte.
-
Selecteer in de lijst Geselecteerde
werkbalkknoppen de knop of de scheidingsruimte waarvóór de nieuwe knop moet
verschijnen.
-
Klik op Toevoegen.
Gebruik de knoppen Omhoog en
Omlaag om de volgorde aan te passen.
-
Herhaal vanaf stap 3 om nog knoppen of scheidingsruimtes toe te voegen.
Klik op Beginwaarden om
de standaardinstelling van de werkbalk weer te geven.
-
Klik op Sluiten.