Ctrl + A |
Alle tekst selecteren of alle vakken selecteren. |
Ctrl + B |
Om de tekst in het vet te zetten. |
Ctrl + C |
Kopiëren. |
Ctrl + D |
Leest de huidige datum voor. |
Ctrl + E |
Om de indeling te analyseren bij geavanceerde tekstherkenning. |
Ctrl + F |
Om tekst te zoeken. |
Ctrl + F1 |
Om het lint te minimaliseren en het lint uit te vouwen. |
Ctrl + G |
Om naar een in te geven lijn van een tekstbestand te navigeren of om naar een
in te geven pagina van een pdf-document te gaan. |
Ctrl + H |
Om tekst te vervangen. |
Ctrl + I |
Om de tekst cursief te zetten. |
Ctrl + N |
Om een nieuw tekstbestand te maken. |
Ctrl + O |
Om een bestand te openen. |
Ctrl + P |
Om een bestand af te drukken. |
Ctrl + R |
Om de Klik en lees knop te
activeren. |
Ctrl + S |
Om een bestand op te slaan. |
Ctrl + T |
Leest de huidige tijd voor. |
Ctrl + U |
Om de tekst te onderlijnen. |
Ctrl + V |
Plakken. |
Ctrl + X |
Knippen. |
Ctrl + Y |
Opnieuw. |
Ctrl + Z |
Ongedaan maken. |
Delete |
Om geselecteerde tekst te wissen of om geselecteerde vakken te
verwijderen. |
End |
De cursor gaat naar het einde van de regel. Deze sneltoets is alleen bruikbaar
in de mode Tekst of in een
typvak in de mode PDF. |
ESC |
Om een actieve knop te deactiveren. |
Home |
De cursor gaat naar het begin van de regel. Deze sneltoets is alleen bruikbaar
in de mode Tekst of in een
typvak in de mode PDF. |
Page Down |
Om naar het volgende scherm te gaan. |
Page Up |
Om naar het vorige scherm te gaan. |
Shift + F1 |
Om het Negeervak te
activeren. |
Shift + F2 |
Om het Volgordevak te
activeren. |
Shift + F3 |
Om het Figuurvak te
activeren. |
Shift + F4 |
Om het Andere tekst vak te
activeren. |
Shift + F5 |
Om het Taalvak te
activeren. |