Met een statusvakje kan je de status van een bepaalde functie
visualiseren.Bijvoorbeeld: als de functie loggen wordt aangezet dan verandert de
stijl van het statusvakje in stijl 5 (groene achtergrond) en als het loggen wordt
afgezet dan verandert de stijl van het statusvakje in stijl 2 (rode
achtergrond).
-
Bewerk het vakje (F5).
-
Klik op Geavanceerd in het
dialoogvenster Bewerken.
-
Kies Status in
de vervolgkeuzelijst Type:.
-
Kies in de volgende vervolgkeuzelijst één van de volgende functies:
- Eddy
- Log
- Oogsturing
- Scherm draaien
- Telefoon
- Windows Controle
-
Kies in de vervolgkeuzelijst Kies type: de functie.
In de vervolgkeuzelijst vind je alle functies die meerdere statussen
hebben.
-
Klik op Status definiëren.
-
Selecteer de eerste status.
-
Vink Verander stijl: aan en selecteer een stijl in de vervolgkeuzelijst.
-
Selecteer de volgende status.
-
Vink Verander stijl: aan en selecteer een stijl in de vervolgkeuzelijst.
-
Indien er nog statussen zijn, herhaal vanaf stap 9.
-
Klik op OK.
-
Klik op OK.